English version below
Op weg naar werk
Goeiemorgen allemaal,
De afgelopen weken heb ik mee gedaan aan een project Werkbabbels, een concept van Groep Intro, in samenwerking met het Huis van de Wereld in Lommel. Het doel is om anderstaligen te helpen met het zoeken naar een job en hen voor te bereiden op een sollicitatiegesprek. In maart kregen vriendin Leen en ik, samen met andere vrijwillige begeleiders,  een dag opleiding in Brussel.
Eind april startten de sessies. De zeven deelnemers kwamen uit Irak, Syrië, Afghanistan, Guinée en Mexico. Vrouwen en mannen. Een gevarieerd gezelschap met twee gemeenschappelijke doelen: zo snel mogelijk Nederlands leren en een job vinden.
De eerste sessie begonnen we met een oefening: per twee elkaar interviewen om zo je eigen talenten en werkpunten beter te leren verwoorden. Op de vraag ‘Wat vind je niet aangenaam?’ antwoordde Tariq, uit Syrië: ‘Dat ik geen vriend heb.’ Tariq is hier met zijn vrouw en hun pasgeboren zoontje. Verder kent hij niemand.
De meesten volgden en volgen nog steeds Nederlandse les en kunnen al aardig hun plan trekken. Een job vinden als je niet vlot genoeg Nederlands spreekt is moeilijk. De studenten gaven ook aan dat enkel lessen volgen niet voldoende is om beter te leren spreken. De mensen op straat hebben weinig tijd voor een gesprek of spreken te snel.
Die avond thuis vertelde ik over mijn leservaring. Oudste stelde voor om met de mannen van zijn leeftijd uit de groep iets te gaan drinken. Zo kunnen ze Nederlands praten en onder de mensen komen. Over twee weken komen ze samen.
Het was mooi om naar ieders ambitie te luisteren: Anna uit Mexico heeft steeds in de petrochemie gewerkt maar wil nu graag in de groene energiesector een job vinden. Ik heb een sollicitatiegesprek bij ZF Wind Power – mijn vroegere werkgever 😉 – kunnen organiseren! Akeem uit Irak wil hier ook terug in de verkoop werken, maar beseft dat hij best eerst een diploma behaalt. Hij gaat proberen zijn studies te combineren met een job in een fabriek. Mariama uit Guinée wil liefst met kleine kinderen werken. Hiervoor moet je perfect Nederlands spreken. Ze gaat nu op zoek in de thuishulpsector. Tariq wil als zelfstandige werken, in Syrië had hij ook een eigen zaak.
Elk verhaal is uniek. Ik heb enorme bewondering voor ieders moed, wilskracht en doorzettingsvermogen. Ze hebben allen een lange en zware weg afgelegd en hier moeten ze opnieuw een leven opbouwen, vaak zonder familie of vrienden.
Ik kan niet uitweiden over ieders geschiedenis. Maar ik ga jullie wel een beetje vertellen over Ahmed. Ahmed is een optimistische en ambitieuze man van rond de dertig.  Samen met zijn vrouw en kind (vijf maanden geleden kregen ze een tweede kindje) vluchtte hij twee jaar geleden uit Irak. Zijn eerste maanden in België bracht hij door in een opvangcentrum in Wallonië, hij moest dus eerst Frans leren. Sinds iets meer dan een jaar woont hij in Lommel en volgt hij intensief Nederlandse les. In Irak werkte hij in een apotheek, en hier zou hij graag hetzelfde doen. Hij is ingeschreven om in september te starten met de opleiding apothekersassistent. Enkele dagen geleden had hij een gesprek met de apotheker hier in de buurt om te oefenen om te solliciteren. Voor hij de opleiding start, zou hij nog iets vloeiender Nederlands willen spreken. Ahmed stelde zelf voor om vrijwillig werk te gaan doen, zodat hij veel met anderen kan praten. Volgende week heeft hij een gesprekje met iemand van het woonzorgcentrum, om daar te helpen. Oudere mensen hebben meer tijd om te praten, vindt hij.
Toen Ahmed enkele dagen geleden hier was om zijn gesprek bij de apotheek voor te bereiden, vroeg ik hem of hij nog veel familie heeft in Irak. Zijn moeder, zijn 27-jarige zus en een neefje van één jaar oud zijn allen overleden aan kanker, tengevolge van het gebruik van uranium tijdens de oorlog.
Vorige week was de laatste sessie. Het is verrijkend om andere mensen te ontmoeten en met hen een klein stukje mee te lopen op hun levenspad.
Dus, wanneer een anderstalige je pad kruist, neem even de tijd voor een praatje.
Een heel mooi weekend allen!
On the way to work
Hi everyone,
How are you?
During the last few weeks, I was lucky to contribute to a special project: helping non-native people, who live in our hometown, to apply for a job.
They had to have a certain level of Dutch to participate. The first session we had seven students, from all over our globe: Afghanistan, Guinea, Mexico, Iraq and Syria–all of them motivated and very eager to learn. But they also brought with them a heavy backpack loaded with their own stories.
These people desperately want to have a job, to be able to speak to other local people, to be part of our community and to be able to give instead of always having to receive (from social care). Yet it is almost impossible to find a job if you do not speak the local language well. It is a vicious circle.
Most of them would love to speak Dutch beyond the official courses, both to improve and because they are lonely. But people here do not have the time or they talk too fast, the students told me. I talked about this at home and Oldest volunteered to take the men his age within the group out for a drink, so they can talk and get to know our town. They will meet in one of the following weeks.
It is too much to describe everyone’s path. But I will tell a little bit about Ahmed. Ahmed is thirty and came here with his wife and child (they just had their second child). His first months he spent in a refugee camp in the South of Belgium, so he had to learn French, but for the past year, he has lived in our hometown and is following Dutch lessons. He worked in pharmacies in Iraq, and wants to do this here too. Next September he is registered to start a course to become a pharmacist’s assistant. A few days ago he had a conversation with the pharmacist just around my corner to have a feel how everything works around here, and he was advised to learn to speak more fluently before he started his training. Now we are arranging for him to get a volunteer job in our local nursing home. Old people have more time to talk, Ahmed thought.
When he was here a couple of days ago to practice for his conversation with the pharmacist, I asked him if he still had family in Iraq. The answer was no. His mother, his 27-year old sister and a one year old nephew all died from cancer, caused by the uranium used in the war.
I have learned a lot through this project. Getting to know new people is always an enrichment. And what I knew already – from doing other volunteer work –Â giving feels so much better than taking.
Take care,
Sophia
Recent Comments